vrijdag 4 december 2009

Zevende zonen

In de eerste helft van de 19e eeuw werden in Nederland bijzondere gratificaties uitgekeerd. Ouders die een zevende zoon ter wereld brachten, konden een beroep doen op de goedgunstigheid van de Koning, ter verkrijging van een geldelijke toelage. De andere zes zonen moesten nog wel in leven zijn. Deze gratificaties, meestal zo'n 40 à 50 gulden, zijn aan vele honderden ouders, aan de vaders uiteraard, uitgekeerd. In die tijd waren grote gezinnen veel normaler dan tegenwoordig.

Deze curieuze gewoonte hield in 1847 abrupt op. Wat was er gebeurd? Ene Cornelis Johannes Hoogeland, opperman uit Den Haag, had de regering verzocht om de kosten van de opvoeding van zijn zevende zoon op zich te nemen, onder verwijzing naar een oude wet uit de napoleontische tijd. Dat verzoek was beleefd doch beslist afgewezen.

Verzoekschrift Hoogeland p.1Verzoekschrift Hoogeland p.2

Verzoekschrift Hoogeland

Verzoekschrift Hoogeland, bijlage

De man liet het er niet bij zitten en spande een zaak aan bij de Hoge Raad. En laat die hem nou gelijk geven! De Staat der Nederlanden werd veroordeeld tot de opleiding van een zoon van Hoogeland in een internaat, tot diens 18e jaar, dan wel tot het betalen van een bedrag van 250 gulden jaarlijks aan de vader. De Hoge Raad verklaarde dat de Franse wet van 29 Nivôse 13e jaar (19 januari 1805) nog steeds van kracht was. Deze wet gaf aan elke vader van een gezin van zeven kinderen de mogelijkheid om één van zijn zonen op kosten van de Staat te laten opleiden.

Loi 29 Nivôse an XIII
Loi du 29 Nivôse an XIII

De wet was na de inlijving van het Koninkrijk Holland bij het Franse keizerrijk bij decreet van 8 november 1810 uitvoerbaar verklaard.

Paniek in de tent. Want dit vonnis ging als een lopende vuurtje door het land en binnen een paar maanden waren er 700 gelijksoortige aanvragen ingekomen. Niet alle aanvragen kwamen voor inwilliging in aanmerking, maar toch wel zo'n 400. Dat zou de schatkist op jaarbasis zo'n honderdduizend gulden gaan kosten. In dat in een tijd waarin Nederland zo goed als failliet was. Dus in korte tijd werd een wet voorbereid, waarin deze oude Franse Loi ingetrokken werd. In het eerste voorstel wilde de regering bepalingen opnemen dat niemand van de 700 verzoekers een uitkering zou kunnen krijgen. Dat ging de Tweede kamer te ver, zodat de reeds ingekomen verzoeken nog wel in behandeling werden genomen, en waar mogelijk, uitbetaald werden. In een periode van zo'n tien jaren werd er dus in totaal bijna een miljoen gulden uit 's Rijks kas betaald aan ouders van enkele honderden 'zevende zonen'.

In de archieven, en niet alleen in het ministeriearchief in Den Haag, zijn hierover stukken te vinden. De gouverneurs van de provincies moesten advies uitbrengen over ingekomen aanvragen. Deze autoriteiten beriepen zich weer op de informatie die ze van de burgemeesters ontvingen. Jaarlijks dienden ze lijsten in met de namen en verdere gegevens van de personen die voor een uitkering in aanmerking kwamen. Bij Koninklijk besluit werden de uitkeringen vervolgens toegekend.

Uitkeringslijst Limburg, titelblad
Uitkeringslijst Limburg

Uitkeringslijst Limburg, linkerpaginaUitkeringslijst Limburg, rechterpagina

Maar ook van de incidentele gratificaties, die vóór 1847 werden toegekend, zijn de stukken veelal nog aanwezig. Ook hier werden de ingekomen verzoekschriften om advies gezonden naar Gouverneurs van de betreffende provincie, die weer advies vroeg aan de burgemeester. Dus zowel in de archieven van het Kabinet des Konings en van de minister van Binnenlandse Zaken, als in die van de Gouverneurs der provincies en van de burgemeesters van de woonplaatsen van de 'zevende zonen' kun je stukken aantreffen over deze bijzondere vorm van geldelijke ondersteuning.

Het leuke is dat dit niet allen voor Nederland geldt, maar ook voor België. Dus over de periode 1816-1830 kun je in de Nederlandse archieven gegevens over Belgische personen vinden. En over de gehele periode kun je gewoon zoeken in de archieven van de Gouverneurs en van de gemeentebesturen. Ik weet alleen niet wanneer in België aan dit verschijnsel een einde gekomen is.

Helaas bestaat er geen lijst van alle personen aan wie een uitkering is verstrekt. Er moet gewoon, ouderwets op naam worden gezocht in de jaarklappers van het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Armwezen. Of in de onderwerpenindex, onder het hoofd 'Zevende zonen'.

Onderwerpenindex: Zevende zonen
Onderwerpenindex: Zevende zonen

In deze index, voor elk jaar één, tref je alle stukken bij elkaar aan, onder verwijzing naar de data en nummers, waaronder ze in het chronologische archief van de afdeling Armwezen zijn opgeborgen. Dus het is niet moeilijk om zo'n overzicht van alle namen samen te stellen. Goed, het kost een paar dagen, misschien een paar weken, maar het is geen onbegonnen werk. Misschien heeft er wel iemand belangstelling voor deze klus. Het is weer eens wat anders dan gegevens invoeren in Gen Lias, of zoeken naar een voorouder in de Burgerlijke Stand of de DTB.

Weet je meer over de 'zevende zonen', reageer dan even op deze blog.
.

6 opmerkingen:

  1. Leuk stukje Archivarius!
    Ik kende het verschijnsel zevende zonen wel, met de toevoegeing dat die meestal ook de naam van de koning kregen geloof ik. Maar dat het zover ging daarvan was ik me niet bewust. De rechtzoekende burger :) Lastige mensen toch.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Leuk stukje, Henny! Ik wist van het bovenstaande gebruik niks af, maar wel van een ander: in delen van Brabant (met name het zuidoosten) en Limburg (met name het midden) was het in katholieke kringen gebruikelijk om de zevende zoon Louis te noemen. Ik meen een gebruik dat vanuit Frankrijk over was kwamen waaien. De zevende zoon werden geneeskrachtige gaven toegedicht. Ongetwijfeld komen er in jouw lijst - waarvoor je hopelijk een vrijwilliger vindt - dus meer dan gemiddeld veel Louis's voor!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Eerste gedachte na lezen was: "Vader Abraham had 7 zonen" :-).
    Nooit gehoord van deze opmerkelijk gratificatie. Dank!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zoals je al had laten doorschemeren een zeer verrassend onderwerp voor je blogpost, Henny. Petje af! Voor mij een stukje totaal onbekende geschiedenis, het gebruik dat de 7e zoon in aanmerking kon komen voor een gratificatie. Achtergrond zal wel een dreigend soldatentekort zijn geweest?

    @Eric: Hij had er zelfs acht! Behalve Ismael (Gen16) en Isaak (Gen. 21) nog 6, zie Gen. 25.

    @Henny, voor je lijst: de 7e heette Jisbak, maar dat wist jij als oud-misdienaar wellicht nog? ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Erg interessant Henny! Ik duik meteen mijn stamboom in om te zien of ik zevende zonen in mijn bestand heb :-) Weet jij toevallig of die van hetzelfde echtpaar moeten zijn of telt het ook al als de vader of moeder hertrouwt?

    BeantwoordenVerwijderen