Naar aanleiding van mijn vorige blogpost kreeg ik de vraag: "Hoort de ariërverklaring hier nu ook bij?". Het antwoord is volmondig ja. Van alle Nederlandse personen in overheidsdienst werd een verklaring vereist dat ze al dan niet Joods waren. In mijn vorige blogpost heb ik het formulier dat in de circulaire van 3 oktober 1940 wordt genoemd, niet getoond.
Dat formulier van de "niet-Jood verklaring" werd bij een aanvullende circulaire het land ingestuurd, en wel op 8 oktober 1940.
Deze verklaring werd aan alle ambtenaren, bestuurders en het onderwijzend personeel voorgelegd. De Joodse ambtenaren moesten hun afstamming opgeven op een ander formulier.
De formulieren werden massaal getekend. Van hoog tot laag, van hoogleraar tot werkvrouw. Slechts enkele mensen hebben ze niet getekend. Die zijn ook ontslagen.
De door de Joodse ambtenaren ingevulde formulieren zijn overgegeven aan de Duitse autoriteiten. De niet-Jood verklaringen bleven in de archieven van de overheidsinstellingen zelf achter. In de meeste gevallen zijn deze ingevulde formulieren vernietigd, als onderdeel van de normale vernietiging van personeelsdossiers. Maar zo af en toe vind je er een paar. Zo is een kleine verzameling bewaard gebleven in het archief van het Ministerie van Landbouw en Visserij, alwaar ze in drie archiefdozen bijeen gepakt zitten. Op de dozen staat nog steeds: "vernietigen in 2000". Dat is dus niet gebeurd, want het archief is vijftien jaar eerder naar het Algemeen Rijksarchief (thans Nationaal Archief) overgebracht. De hierboven getoonde ingevulde formulieren komen uit deze collectie.
Op internet is veel te vinden over de ariërverklaring. Wie meer over de achtergrond wil weten, kan dat hier vinden.
vrijdag 6 november 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Brrr!
BeantwoordenVerwijderenEn maar goed dat die overgebleven formulieren niet vernietigd zijn.
Interessant (en schokkend) om deze stukken te lezen parallel aan de serie De Oorlog. Als je het zo zwart op wit leest, komt het ineens wel heel hard aan
BeantwoordenVerwijderen