Zondag 1 november 2009 werd het tweede deel van de serie De Oorlog uitgezonden. Het was gewijd aan de eerste oorlogsmaanden, de zomermaanden van 1940. De boodschap was duidelijk: de Duitse bezetter gedroeg zich hoffelijk jegens het overwonnen Nederlandse volk. En dat accepteerde gedwee de nieuwe situatie en ging over tot de orde van de dag. Voor Joden was de dreiging nog niet voelbaar, nog niet zichtbaar. Maar al heel snel kwamen de eerste anti-Joodse maatregelen tot stand. Toen ik dat zag, herinnerde ik mij dat ik een jaar of twintig geleden een aantal archiefstukken gezien heb, die hierover handelden. En die stukken bevinden zich in de archieven van het Departement van Algemene Zaken en in dat van Binnenlandse Zaken. Die wilde ik nog wel weer eens inzien. En inderdaad. Ik trof een aantal documenten aan die een duidelijk beeld geven over het begin van Jodenvervolging.
Als eerste werden alle ambtenaren verplicht te melden of ze al dan niet Joods zijn. Dat gebeurde krachtens een verordening van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied van 20 augustus 1940. Deze verordening, de Vierde Verordening betreffende bijzondere maatregelen op administratief rechtelijk gebied bepaalde welke functionarissen en ambtenaren door de Rijkscommissaris zelf en welke door de secretarissen-generaal benoemd en ontslagen dienden te worden. Die verordening was nodig, omdat veel ambtenaren en functionarissen tot mei 1940 bij Koninklijk besluit werden benoemd en ontslagen. Maar deze verordening werd ook gebruikt, of misbruikt, om uitvoeringvoorschriften op te stellen welke personen wel en niet benoemd maar juist ontslagen moesten worden.
Het begon met een aanwijzing van Wimmer, de Generalkommissar für Verwaltung und Justiz, van 28 augustus 1940 aan de Nederlandse secretarissen-generaal dat voortaan geen Joden meer tot ambtenaar benoemd mochten worden.
Dat dus een week na de publicatie van de Vierde Verordening. Het ging dus wel snel.
Enkele dagen later mochten ook geen personen meer tot ambtenaar worden benoemd die met een Joodse man of vrouw getrouwd waren.
De secretarissen-generaal hadden een paar weken nodig om deze opdracht te vertalen en te interpreteren, maar op 30 september 1940 werd een circulaire verzonden waarin dit voorschrift aan de lagere overheden werd meegedeeld.
Generalkommissar Wimmer had inmiddels aan alle secretarissen-generaal de opdracht gegeven om een opgave te verstrekken van de namen van alle Joodse ambtenaren, werkzaam binnen of onder verantwoordelijkheid van hun departementen.
Ook deze opdracht werd door de secretarissen-generaal vertaald en door middel van een circulaire verder doorgegeven.
Gevolgd door een circulaire waarbij formulieren worden verzonden, bedoeld om de afstamming (ouders en grootouders) vast te leggen.
Dit zijn dus enkele van de eerste officiële documenten, waarin de Jodenvervolging is gedocumenteerd. Als je al die latere documenten bekijkt, dan zie je dat het bijna steeds op dezelfde manier is gegaan: een beknopt geformuleerde opdracht van Duitse zijde, welke dan prompt door de Nederlandse autoriteiten werd uitgevoerd. Die opgaven werden dan ook netjes opgemaakt en ingezonden.
En we weten allemaal waar dat toe leidde. Vanaf december 1940 werden de Joodse ambtenaren uit de openbare dienst ontslagen. Brieven als deze zijn bij honderden te vinden in de archieven van Nederlandse overheidsorganen.
En dit was nog maar het begin.
Deze documenten zijn geen recente vondsten, en ze vertellen niets wat we nog niet wisten. Toch is het confronterend te zien hoe eenvoudig het allemaal is begonnen en hoe soepel het is uitgevoerd. Door de Duitse bezetter, in eendrachtige samenwerking met het Nederlandse ambtelijke apparaat, de secretarissen-generaal voorop.
Pijnlijk was ook de vraag die ik mijzelf twintig jaar geleden stelde, toen ik de stukken voor het eerst onder ogen kreeg. Wat zou jij, als ambtenaar gedaan hebben, als je zo'n gewone circulaire van je ambtelijke baas had ontvangen. Ik heb schoorvoetend moeten toegeven dat ik zeer waarschijnlijk, onwetend nog wat er in de opvolgende jaren zou gaan gebeuren, de gegeven voorschriften gewoon uitgevoerd zou hebben.
Bron: De documenten bevinden zich in de archieven van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Hoofdafdeling Overheidspersoneelszaken 1917-1959 (toegang 2.04.59, inv.nr. 362) en van het Ministerie van Algemene Zaken 1937-1945 (toegang 2.03.06, inv. 123)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Dank voor dit bericht, Henny.
BeantwoordenVerwijderenDe enige inventaris die mijn naam als auteur draagt is die van het archief van de Woningbouwvereniging Baardwijk. Je herkent misschien de inventaris, want je hebt hem zelf beoordeeld (alhoewel ik weet dat ik voor mijn 'baas' een 'klassiekere' versie moest maken, en ik vermoed dat dit de versie is die inmiddels online staat!) in het kader van mijn studie.
In dat archief kwam ik twee stukken tegen, die nu als inv.nrs. 58 en 59 zijn opgenomen, in de rubriek 'functionarissen'. Het gaat om correspondentie en verklaringen betreffende een mogelijke Joodse afkomst en/of een mogelijke Joodse huwelijkspartner van bestuursleden van de woningbouwvereniging.
Ik kan me nog herinneren hoe deze stukken het meeste indruk op me maakten van de hele inventarisatie. Simpelweg omdat achter deze ambtelijke documentjes - waarvan er duizenden in Nederlandse archieven te vinden zullen zijn - een kille gedachte schuilgaat, die de vernietiging van een volk als doel heeft.
Wederom een blog die ik met veel plezier heb gelezen. Het is goed gedocumenteerde ondersteuning bij deel 2 van De Oorlog, die afgelopen zondag werd uitgezonden. Een goed voorbeeld dat ik kan gebruiken in mijn cursussen. Dank.
BeantwoordenVerwijderenHenny,
BeantwoordenVerwijderenPetje af voor je blog!
Deze documenten halen die tijd heel dichtbij, al is het door de bril-van-na-1945 nauwelijks voor te stellen dat deze voorschriften gewoon werden uitgevoerd.
Hoe iemand dit "met veel plezier heeft gelezen" is mij een raadsel. Het zorgt eerder voor een gevoel van beklemming, maar dat terzijde. Wellicht is het mogelijk om informatie uit deze documenten door te spelen naar de website
BeantwoordenVerwijderenwww.joodsmonument.nl
om het beeld van degenen die in de oorlog vermoord zijn ietsjes aan te vullen?
Acheraf is het natuurlijk altijd gemakkelijk om een mening te hebben. De maatregelen werden héél geleidelijk ingevoerd. Het is zelfs de vraag of de secretarissen-generaal op een enkel na misschien een idee hadden hoe het zou worden.
BeantwoordenVerwijderen