Een van de meer intrigerende archieven in het Nationaal Archief is dat van de Opperhoutvesterij uit de periode 1814-1856. Het is een redelijk omvangrijk archief (ruim 250 meter plankruimte), uit de eerste helft van de negentiende eeuw, waaruit betrekkelijk weinig is vernietigd. Het archief bestaat voornamelijk uit enkele grote chronologische series, bestaande uit ingekomen en minuten (goedgekeurde concepten) van uitgaande brieven en besluiten (1650 dozen) en alfabetisch ingerichte onderwerpen- en namenregisters, indices en klappers genaamd (75 delen). Daarnaast bevat het archief nog een hoeveelheid dossiers over verschillende onderwerpen.
Dit archief behoort tot de categorie weinig geraadpleegde archieven. Dat komt vooral omdat niet duidelijk is wat er in dit archief te vinden is. En waarschijnlijk ook omdat de onderwerpen, welke in het archief te vinden zijn, slechts weinig mensen interesseren. Want het archief bevat de correspondentie van de Opperhoutvester over het toekennen van vergunningen voor de jacht en de binnenvisserij, het innen van boeten wegens overtredingen van jacht- en visserijverboden, het bestrijden van schadelijk gedierte. Alle jachtrechten, ook die van oude oorsprong, moesten geregistreerd worden. Bijzonder zijn nog de registraties van eendenkooien, duiventillen en zwanendriften.
Jacht en visserij vormen thans nauwelijks nog een bron van bestaan. Het wordt thans nog uitgeoefend als een liefhebberij, zeer tegen de zin van bepaalde groepen dierenliefhebbers. Maar in de negentiende eeuw (en in de eeuwen ervoor) was dat anders. Grote aantallen mensen verdienden een bescheiden inkomen aan het jagen op eenden en konijnen en ander wild. De eigenaars van de gronden en wateren bezaten vaak het jacht- en visrecht. Deze eigenaren probeerden door verpachting en verhuur inkomsten te genereren uit hun rechten. Maar de minderbedeelden probeerden ook wel eens een konijn of een vis te verschalken. Deze vorm van stroperij werd ook toen niet op prijs gesteld en zwaar vervolgd en streng gestraft. Van al deze activiteiten zijn gegevens in dit archief te vinden. Helaas maakt de relatieve ontoegankelijkheid van en onbekendheid met het archief het er voor de onderzoeker niet gemakkelijker op. Toch maar eens een keertje proberen? Begin dan met de "Tabellen" waarin de jacht- en visrechten, alsmede de duiventillen, eendenkooien en zwanendriften zijn geregistreerd, met alfabetische naamindexen als toegang.
Zie de toegang op dit archief (2.04.30), inventarisnummers 1788-2071.
maandag 21 september 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Ik begrijp dat je een fan bent van dit archief? ;-)
BeantwoordenVerwijderenVolgens mij moet een dergelijk archief, gezien de stukken die het bevat, behoorlijk diep worden ontsloten, wil het gemakkelijk toegankelijk zijn voor een wat breder publiek. En dan nog moet het onderwerp aanspreken...
Sommige zaken blijven echt een liefhebberij van weinigen, vrees ik! Of voorzie je meer kansen voor dit specifieke archief?
Nee, Christian, een fan ben ik niet. Ik ken het archief ook nauwelijks. Maar onbekende archieven, onze muurbloempjes, intrigeren me wel. Want juist in dit soort archieven zijn nog onvermoede vondsten te doen. Maar je moet dan wel de tijd nemen (of krijgen) om erin te grasduinen. In het BHIC heb je bijvoorbeeld het archief van de Administrateur (nee, NIET de rentmeesters!) van de dotatiedomeinen van Prins Frederik. Lijkt me bij jullie ook een leukertje. Niemand kent het. Niemand wordt door de titel van het archief uitgenodigd het te raadplegen. Juist dáárom wordt ik nieuwsgierig.
BeantwoordenVerwijderen@Archivarius: Ik zal deze week eens een blik in dat archief werpen... ;-)
BeantwoordenVerwijderen